[Main]
[Docs]
[Installs]
[Search]
[Team]
[Guestbook]
[Links]
WHDLoad's dumps en logbestanden
Hoofdzakelijk voor het doel te debuggen, WHDLoad kan verschillende
dump- en logbestanden creëren.
Een geheugendump is het gehele geheugen dat gebruikt is door een install,
dat vervolgens geschreven is naar een bestand. De grootte van de dump hangt af
van de install (het is gelijk aan de waarde van
ws_BaseMemSize in de Slave structuur).
Een geheugendump wordt gemaakt als de DebugKey ingedrukt is
of na een error als de CoreDump knop wordt ingedrukt. De naam van het geheugendumpbestand
dat gemaakt word is ".whdl_memory". De standaard locatie is "PROGDIR:" maar kan veranderd worden met de
CoreDumpPath optie. Een bestaand bestand met dezelfde naam
zal altijd overschreven worden. Als de install aangevulde expansieGeheugen (ws_ExpMem) gebruikt, word
het geschreven onder het bestandsnaam ".whdl_expmem".
De register dump bevat de complete status van de processor (inclusief MMU), de CIA,
en de Custom chips. Sommige CIA en Custom registers zijn niet leesbaar,
deze zijn alleen aanwezig in het dumpbestand wanneer een Snoop mode actief was. De informatie wordt
geschreven naar een ASCII bestand met een paar benadrukkingen, gebruikmakend
van Escape sequences (gebruikend CSI - Control Sequence Introducer, decimal 155).
Om ze te bekijken, is een programma aanbevolen welke de Escape sequences ondersteund
(o.a More, MuchMore, MultiView,...). De naam van het dumpbestand is ".whdl_register",
De standaard locatie is "PROGDIR:" maar kan veranderd worden met de
CoreDumpPath optie. Wanneer een bestand met dezelfde naam al bestaat,
zal de dump zich toevoegen aan dit bestand, anders zal er een nieuw bestand
aangemaakt worden.
De Complete dumpbestand is een
IFF bestand dat de informatie bevat van alle vorige genoteerde dumpbestanden.
Het is bedoeld om gebruikt te worden met andere applicaties. De structuur
van het bestand is beschreven in een extra inbegrepen bestand met de naam whddump.i.
Op dit moment kunnen de applicaties WHDLoadGCI (graphical coders interface) en SP (save picture) het complete dumpbestand lezen.
De naam van het complete dumpbestand dat gemaakt word is ".whdl_dump".
De standaard locatie is "PROGDIR:" maar kan veranderd worden met de CoreDumpPath optie. Een bestaand bestand zal
altijd overschreven worden.
Alle diskette toegangen worden bewaard in een log als de FileLog/S optie geactiveerd is.
Deze eigenschap is erg handig om een diskette-operaties te analyseren van een install
om te debuggen en te optimaliseren.
De volgende resloadfuncties zal een notitie aanmaken in het logbestand:
Elk bestandstoegang via de functies die hierboven staan, maakt 1 regel aan in het logbestand.
Een logregel laat de aangeroepen functie zien, een crc van de lees/schrijf data,
de parameters en het resultaat. WHDLoad zal de log notities verzamelen in een interne
LogBuffer/K/N . De buffer zal geleegd worden bij
het stoppen of bij het maken van een log regel als de buffer vol is.
De informatie zal worden weggeschreven naar een ASCII bestand, de naam van het dumpbestand is
".whdl_log" (voor versie 18 van WHDLoad, heette dit bestand ".whdl_filelog"). De standaard locatie is "PROGDIR:", maar
kan veranderd worden met de CoreDumpPath
optie. Als een bestand met de zelfde naam al bestaat, word dit in de dump toegevoegd
anders word er een nieuwe bestand aangemaakt.
Vanaf versie 18.0
is het mogelijk om extra log toevoegingen te maken in het bestand ".whdl_log"
gebruikmakend van de functie resload_Log. De
regels kunnen geformatteerd worden gebruik makend van een sprintf achtige format string en parameters.
Regels worden gecached in de LogBuffer/K/N om
te verkomen dat er onnodig naar het besturingsysteem overgeschakeld wordt. Voor een grote hoeveelheid regels
moet de LogBuffer naar verhouding vergroot worden. Om regels te kunnen schrijven moet
de optie FileLog/S geactiveerd worden.
[Main]
[Docs]
[Installs]
[Search]
[Team]
[Guestbook]
[Links]