[Main]
[Docs]
[Installs]
[Search]
[Team]
[Guestbook]
[Links]
Gebruik
WHDLoad kan gebruikt worden vanaf de commandoregel (CLI/Shell) of vanaf de Workbench.
Opties kunnen gespecificeerd worden in een globale configuratie bestand en via argumenten of
Tooltypes. De Slave optie is meestal vereist. Andere opties zijn misschien
ook nodig, afhankelijk van uw hardware en het uit te voeren programma van WHDLoad.
Wanneer er gestart word vanaf de commandoregel zal bij het beëindigen van WHDLoad een terugkeer code gegenereerd worden.
- 0 - succesvolle uitvoering
- 10 - fout, Slave kon niet uitgevoerd worden door problemen, foutmelding is getoond
- 20 - fatale fout, niet genoeg vrijgeheugen
- > 100 - de Slave is uitgevoerd, het is teruggekeerd met 100 + TDREASON
Opties en globale configuratie
Er zijn lokale en globale opties. Lokale opties zijn gespecificeerd als argumenten
via de commandoregel of als ToolTypes wanneer er gestart word vanaf de Workbench.
Als er gestart wordt via een icoon in de Workbench dan probeert WHDLoad de icoon te update betreffende de opties PreloadSize, Config en als het de opties betreft in het startvenster van WHDLoad dan ook deze opties. Als dit ook gewenst is bij het opstarten van uit het
cli-scherm, kan het WBRun programma gebruikt worden. Deze simuleert een start uit de Workbench.
De globale configuratie bestand is "S:WHDLoad.prefs
".
Het is een gewone ASCII bestand en bevat één optie per regel. Lege regels en opmerkingen
zijn genegeerd. Een opmerking is gebaseerd op regels, beginnend met het karakter ";
"
en gaat tot het eind van de regel.
Een voorbeeld configuratiebestand zit in het WHDLoad pakket ("S/WHDLoad.prefs
").
Lijst van beschikbare opties
er zijn drie soorten opties:
numeriek: |
De waarde van de optie is een geheel getal,
op de commandoregel moet u een decimale notatie gebruiken, als ToolType
kunt u ook een hexadecimale notatie gebruiken aangetoond met een leidende "$ "
|
tekenreeks: |
de waarde van de optie is een tekenreeks |
schakelaar: |
optie zal aangezet worden wanneer gespecificeerd (boolean) |
De kolom Lokaal laat zien wanneer de optie gebruikt kan worden; op de commandoregel
en als tooltype in het icoon. De kolom Globaal laat zien wanneer de optie gebruikt
kan worden in de globale configuratiebestand.
Veel opties zijn niet beschikbaar in WHDLoadCD32.
De kolom CD³² laat zien wanneer deze optie aanwezig is in deze speciale WHDLoad
versie.
Voorbeeld gebruik
Beschrijving van elke Optie
ButtonWait/S
Deze optie heeft geen invloed op WHDLoad zelf,
maar kan getest worden door de Slave. De bedoeling van deze optie is dat wanneer gebruikt, dat
de geïnstalleerde programma's wachten op het drukken van een knop wanneer het spel zelf op het beeld komt of
als er muziek gespeeld word. Normaal gesproken kan het beeld te snel verdwijnen (omdat het laden van HD/RAM veel sneller is dan
het laden van een diskette).
BranchCache/S
Deze optie schakelt de branch
cache aan op de 68060. Met andere CPU's heeft dit geen effect.
Deze optie heeft ook geen effect wanneer NoCache/S is ingeschakeld.
Cache/S
Deze optie schakelt de instructie cache in
en schakelt de data cache voor het geïnstalleerde programma uit. Op de 68030 wordt ook de
instructieburst geactiveerd. Als de MMU gebruikt
word door WHDLoad markeert het het ChipGeheugen als Cacheable Writethrough (niet precies).
Deze optie heeft geen effect wanneer
NoCache/S ingeschakeld is.
Chk/S
Deze optie is een snelkoppeling en schakelt
de opties ChkBltSize/S, ChkBltWait/S en ChkColBst/S in.
ChkAudPt/S
Deze optie controleert de data die naar de pointers
van de audiochip geschreven worden, of deze wel gevalideerde geheugenadressen zijn. De aanwijzers mogen niet nul zijn en moeten binnen het BaseMem vallen.
Deze functie werkt alleen met één van de SnoopOCS/SnoopECS/SnoopAGA opties. Deze functie zal je helpen een diagnose te
stellen van problemen met audioreplayroutines.
ChkBltHog/S
Deze optie controleert alle keren dat de
blthog
(bltpri
) bit in het custom.dmacon register niet gezet is.
Deze eigenschap werkt alleen in samenwerking met één van de SnoopOCS/SnoopECS/SnoopAGA opties. Het aanzetten van
blthog
geeft de blitter voorrang op de processor bij geheugen
toegangen, welke problemen kan veroorzaken op sommige hardware configuraties en
kan soms voor meer prestatie zorgen door de processor meer buscycles te geven.
ChkBltSize/S
Deze optie controleert dat het
geïnstalleerde programma correct de blitter gebruikt, zodat alleen geldige geheugen
gebieden gebruikt worden door de blitter. Deze functie werkt alleen in samenwerking met één van de SnoopOCS/SnoopECS/SnoopAGA opties.
Alle blitter operaties zullen gecontroleerd worden, behalve de tekenlijnmode.
ChkBltWait/S
Deze optie controleert dat het
geïnstalleerde programma correct wacht op het einde van de blitter voordat een nieuwe
blitter handeling wordt gestart. Deze functie werkt alleen in samenwerking met één van de SnoopOCS/SnoopECS/SnoopAGA opties.
ChkColBst/S
Deze optie controleert dat alle keren
de color
bit in het custom.bplcon0
register is ingeschakeld.
Deze functie werkt alleen in samenwerking met één van de SnoopOCS/SnoopECS/SnoopAGA
opties. Sommige hardware,
met name flickerfixers, hebben nodig dat deze bit gezet is, om de juiste video
signaal te geven. Daarom moet deze bit altijd gezet zijn voor de beste compatibiliteit. Controleert
voor; direct schrijven naar custom.bplcon0
en de gehele Copperlijsten.
ChkCopCon/S
Deze optie controleert dat het
geïnstalleerde programma niet de Copper toegang naar DMA registers inschakelt via
custom.copcon
. Deze eigenschap werkt alleen in samenwerking met één van de SnoopOCS/SnoopECS/SnoopAGA opties.
Het kan soms handig zijn om te detecteren of een programma via de Copper de
DMA activiteiten aanstuurt.
ChkInts/S
Deze optie controleert bij elke interrupt
of er een overeenstemmend paar is in ingesteld in intreq
en
intena
. Zo niet, dan zal het
geïnstalleerde programma gestopt worden met een geschikte keuze foutmeldingsvenster. Deze eigenschap
laat een makkelijke detectie toe van een interrupt bevestigde problemen op snellere machines (68040/060)
of kapotte hardware welke een ongewenst interrupt veroorzaakt.
Door het feit dat de conditie ook kan voorkomen wanneer de interrupts uitgeschakeld zijn met
het gebruik van intena
op hetzelfde moment er een interrupt voorkomt, dit is geïmplementeerd
als een schakelbare optie. WHDLoad met een versie 17.1 of hoger, veroorzaakt deze optie
ook de controle van alle sanity en toetsenbord interrupt niveaus 4, 5 en 6, welke normaal alleen toegepast worden bij
de interrupt niveaus 1,2 en 3.
ChipNoCache/S
Deze optie schakelt de cache mogelijkheid uit van het
ChipGeheugen (BaseMem). Het zou gebruikt moeten worden op hardware welke de cache mogelijkheid niet toelaat
van het Chipgeheugen (bijv. BlizzardPPC kaarten) om vertragingen te voorkomen in de uitvoer snelheid
van het geïnstalleerde programma. Bekijk ook CPU Cache Handling.
Config/K
Met deze optie kan configuratie items in het opstartvenster van WHDLoad verschijnen.
Deze optie vervangt de ws_config die gedefinieerd is in de Slave.
Voor de syntax die te gebruiken is, zie ws_config in de
autodocs.
Als er geen ws_config in de
Slave staat en er ook geen Config/K is gezet, wanneer de Slave de functies Custom1-5/K/N/ButtonWait/S
via de resload_Control controleert,
dan zal WHDLoad wanneer hij gestart word van uit de Workbench, de optie Config/K toevoegen aan het icoon.
Het type van het item zal afkomstig zijn van het getal van de Custom1-5/K/N optie (0-1 boolean, 2-63 list, >63 binaire).
ConfigDelay/K/N
Deze optie specificeert de tijd in 1/50 seconden dat
WHDLoad het opstartvenster laat zien wanneer er knoppen aanwezig zijn op het venster (2e venster).
(Zie Config/K en Expert/S hier over) Als ConfigDelay/K/N lager is dan ReadDelay/K/N of SplashDelay/K/N dan word dit genegeerd. Het venster is tenminste zolang zichtbaar
als Preload/S aan het werk is.
Als er dan op één van de knoppen gedrukt word in het opstartvenster, dan word de timer van ConfigDelay gereset.
Als de optie op -1 gezet is, dan word er een extra knop in het opstart venster gezet en verdwijnt deze pas als er op de
knop gedrukt word. Het venster gaat ook weg als er op de spatiebalk, return, enter of joystick vuur knop (in port 1) gedrukt word. Als er op Esc word gedrukt zal
WHDLoad meteen Preload/S stoppen en afsluiten.
CoreDump/S
Wanneer geselecteerd, zal WHDLoad elke keer tijdens het verlaten van een
geïnstalleerd programma, een geheugen en register dump wegschrijven .
Dit kan handig zijn om een muziek-module te rippen van het geheugen dump of voor debuggen.
CoreDumpPath
De doel directory voor
alle dump bestanden gecreëerd door WHDLoad.
Custom/K, Custom1/K/N, Custom2/K/N, Custom3/K/N,
Custom4/K/N, Custom5/K/N
Deze opties worden niet door WHDLoad zelf gebruikt,
maar kunnen getest worden door de Slave om verschillende Slave specifieke dingen te besturen.
Custom/K kan een tekenreeks bevatten en Custom1-5/K kan alleen een integer bevatten.
Lees de documentatie van de specifieke install of het Custom opties ondersteund.
D/S
Deze optie is erg handig voor debuggen. Als deze optie
is ingeschakeld en een ondersteunde software freezer (HRT/TK) gevonden is in het geheugen,
simuleert WHDLoad een NMI voordat het de eerste processorinstructie uitvoert wat aanwezig is in de Slave.
Data/K
Met deze optie kan de hoofddirectory gespecificeerd worden voor de bestanden van
het geïnstalleerde programma.
Ook kunnen meerdere directory`s gespecificeerd worden, gescheiden met een komma
(daarom kan een gespecificeerde directory naam geen komma bevatten!).
Als meerdere data directory`s gebruikt worden bij het laden, worden alle gespecificeerde directory`s
geprobeerd in de juiste volgorde om een bestand te laden.
Opslaan bevind zich altijd in de eerste data directory. Deze optie overschrijft
de waarde ws_CurrentDir aanwezig in de Slave.
DCache/S
Deze optie schakelt de instructie en data cache voor het
geïnstalleerde programma in. Op de 68030 word ook de instuctieburst
geactiveerd. Als de MMU gebruikt is door WHDLoad markeert WHDLoad het Chipgeheugen als
Cache-mogelijk Writethrough (onnauwkeurig).
Deze optie heeft geen effect als
NoCache/S is ingeschakeld.
DebugKey/K/N
Zet de
rawkey code om het programma te beëindigen en schrijft coredump bestanden. Dit werkt alleen als; de expert mode actief is, de VBR is verplaatst door WHDLoad, de NoVBRMove/S niet is ingesteld en de CPU tenminste een 68010 processor is
of dat de Slave het zelf ondersteund.
ExecuteCleanup
Met deze optie
kan een commando gespecificeerd worden welke uitgevoerd word door WHDLoad
na het stoppen van WHDLoad.
Met het gebruik van het systeem commando Execute kan ook een script opgestart worden.
ExecuteStartup
Met deze optie
kan een commando gespecificeerd worden welke uitgevoerd word door WHDLoad
tijdens het opstarten. Dit kan gebruikt worden om hardware uit te schakelen welke problemen
geeft in samenwerking met WHDLoad, zoals een IP of USB
stack. Zie de Bugs hoofdstuk voor meer informatie.
Expert/S
Deze optie schakelt de expert mode in van WHDLoad.
Het heeft alleen invloed op de DebugKey/S eigenschap
en waarschuwingen tijdens de omschakeling tussen het geïnstalleerde programma en het besturingssysteem (kleuren cyclus
copper schermen). Als de expert mode niet actief is, dan is DebugKey/S niet beschikbaar. In expert mode verschijnt
er ook een andere knop in sommige foutmeldings-keuzevensters wanneer WHDLoad te zien is.
Deze knop met de naam Show Regs laat het scherm register en status informatie
zien. Vergelijkbaar met het schrijven naar de register
dump. Daarnaast zijn er een aantal knoppen toegevoegd aan de splash venster
om een selectie van debugging gerelateerde opties te schakelen. Veranderingen van deze opties worden naar het icoon
weggezet als er van uit de Workbench wordt gestart.
ExpChip/S, ExpLocal/S, Exp24Bit/S
Als het geïnstalleerde
programma, expansie geheugen gebruikt (ws_ExpMem)
kunnen deze opties gebruikt worden om WHDLoad te forceren om dit geheugen respectievelijk
in Chipgeheugen, lokaal geheugen of 24BitDma geheugen toe te wijzen.
Dit kan resulteren in degradatie van de prestatie omdat de gespecificeerde geheugen langzamer
toegang verkrijgt door de CPU vergeleken met het standaard snel geheugen (Fastmem).
U kunt ook derde partij programma's (bijv. SysInfo, GvpInfo,...) gebruiken om de
geheugen configuratie te checken en te zien welk geheugen, welke eigenschappen heeft.
Algemeen zijn deze opties bedoeld om de compatibiliteits problemen op te lossen van
geïnstalleerde programma's op snelle machines door ze langzamer te maken in het uitvoeren
door langzamere geheugen te gebruiken.
FileLog/S
Deze optie is alleen voor debug
doeleinden. Zie Dumps en Logbestanden voor meer
informatie.
FreezeKey/K/N
Als u één van de ondersteunde software
freezer gebruikt (HRTmon of Thrillkill) kunt u deze optie gebruiken voor het instellen van de
rawkey code, die wanneer ingedrukt, WHDLoad de freezer zal binnengaan.
Om dit mogelijk te maken, zal VBR door WHDLoad verplaatst moeten worden (NoVBRMove/S moet dan niet ingesteld zijn, de CPU moet
tenminste 68010) zijn en de freezer moet actief zijn.
Zie ook het hoofdstuk Systeem Monitoren / Freezer voor meer informatie.
FullChip/S
Het specificeren van de opties zorgt ervoor
dat WHDLoad niet alleen het chipgeheugen gebied bewaard en hersteld welke is ingesteld op
ws_BaseMemSize
in de Slave, maar daarvoor in de plaats het gehele chipgeheugen (execbase.MaxLocMem).
Als WHDLoad een huidige MMU gebruikt om het geheugen te beschermen bedekt dit alleen de illegale
toegangen die de processor veroorzaakt.
Dit bedekt niet directe geheugen toegangen door coprocessors zoals Blitter/Disk-DMA.
Deze DMA acties kunnen mogelijk ongedetecteerd door WHDLoad's geheugen bescherming, het chipgeheugen
corrupt maken.
Met deze optie gebruikt kunnen zulke fouten niet de host besturingssysteem schade aanbrengen
omdat het chipgeheugen apart is bewaard en hersteld.
Voordat het geïnstalleerde programma gestart word zal de extra bewaarde chipgeheugen (het deel
tussen BaseMemSize en MaxLocMem) gevuld worden met een speciaal patroon.
Nadat het geïnstalleerde programma is teruggekeerd, controleert WHDLoad het extra geheugen of het veranderd is.
Als er een verandering is, zal WHDLoad een geschikte foutmeldingskeuzevenster laten zien. Alleen in
dit geval word er extra geheugen geschreven naar de geheugen dump
bestand (niet de complete dump bestand), welke
verdere onderzoeken toestaat.
Deze optie kan handig zijn voor ontwikkeling/debuggen, om corruptie van het Amiga besturingssysteem
te voorkomen en ook om te hulp te schieten bij tijdelijke gebroken installs welke niet compleet
verlost zijn van alle fouten van het geïnstalleerde programma.
FullChip/S kan niet geactiveerd worden samen met de ExpChip/S optie. Als beiden gezet zijn zal FullChip/S genegeerd worden.
LogBuffer/K/N
Gebruik makend van deze optie kan de interne
buffer van WHDLoad om de log berichten te dragen van de
FileLog/S facility en de
resload_Log functie te speciferen.
De standaard lengte voor de buffer is 4096 bytes. Deze buffer is alleen geälloceerd
als de FileLog/S optie is gespecificeerd. Als de
buffer vol is, zal WHDLoad het geïnstalleerde programma onderbreken en zal dan terug schakelen
naar het besturingssysteem om de buffer te legen en de inhoud naar het log bestand te schrijven.
Om zulke omschakelingen te voorkomen, moet de buffer grote genoeg gemaakt worden
om zo veel mogelijk invoer vast te houden.
MMU/S
Dit moet gebruikt worden op 68030 machines om de
MMU gerelateerde eigenschappen werkend te krijgen (geheugen bescherming,
verbeterde cache management, Snooping, resload_Protect#? functies). Op een 68040/060
Is het aanbevolen om deze optie in een globale configuratie bestand op alle systemen
met een 68030 met werkende MMU in te schakelen (bijv. niet een 68ec030) Omdat dit de stabiliteit
en beveiliging flink verhoogt. Als de optie NoMMU/S ook is ingeschakeld dan heeft
deze optie geen effect.
NoAutoVec/S
Wanneer geselecteerd zal WHDLoad
niet stoppen als er een onverwachte autovector interrupt of NMI ontstaat (vectors #25-31 / $64-$7c).
Dit moet gebruikt worden op systemen/hardware welke willekeurig zulke interrupts genereert
om te voorkomen dat WHDLoad stopt. Maar deze optie maakt niet de kapotte hardware die deze interrupts genereert.
Deze optie verkomt niet dat sommige geïnstalleerde programma`s niet goed werken met deze hardware.
Het is dan beter om deze hardware te verwijderen of te repareren indien mogelijk.
NoCache/S
Wanneer geselecteerd worden alle caches uitgeschakeld.
Deze optie overschrijft BranchCache/S, Cache/S, DCache/S, StoreBuffer/S en SuperScalar/S.
NoFileCache/S
Schakelt de bestanden-cache uit van
WHDLoad en forceert om te schakelen naar het besturingssysteem voor elke disk operatie van het geïnstalleerde
programma.
Deze optie schakelt Preload/S uit.
NoFilter/S
Schakelt de audio filter uit.
Weet dat deze optie alleen de filter instelt tijdens het opstarten,
als het geïnstalleerde programma zelf de staat veranderd van de audio filter zal deze
optie geen effect hebben.
NoFlushMem/S
Normaal leegt WHDLoad het geheugen tijdens
het opstarten om zoveel mogelijk vrij geheugen te krijgen als mogelijk is voor de
Preload/S operatie. Dat zal alle ongebruikte bronnen zoals libraries, lettertypen
etc. van het geheugen verwijderen. Met deze optie zal WHDLoad niet het geheugen legen.
Het kan gebruikt worden op systemen met veel vrij geheugen om het herladen van aanwezige bronnen
te voorkomen en daarmee de systeem prestaties te verbeteren.
NoMemReverse/S
Als deze optie
is geactiveerd zal WHDLoad niet geheugen toewijzen met de MEM_REVERSE flag.
Er zijn meldingen geweest dat met deze flag, problemen veroorzaakt worden op sommige
systemen (zoals computersystemen die geheugen gebruiken in de PCMCIA slot van de A600/A1200 als fastgeheugen,
of met een M-Tec 1230/8 MB OS3.0). De reden van de problemen is niet bekend.
Deze optie kan ook helpen als een deel van de hogere Ram kapot is, omdat WHDLoad dan
de lagere adressen van het geheugen eerst gebruikt. Als u rare foutmeldingen krijgt, dan kan het goed zijn om deze optie
uit te proberen.
Deze optie is altijd actief bij kickstart 2.0 (v37), door een implementatie fout in deze
kickstart, kan de computer vastlopen gedurende exec.AllocMem.
NoMMU/S
Als deze optie is ingesteld zal WHDLoad
niet de MMU gebruiken. Dit is een kritieke en gevaarlijke optie alleen bedoeld
voor testen en debuggen en niet voor normaal gebruik. Zie hoofdstuk MMU voor meer informatie. Deze optie overschrijft MMU/S.
NoNetwork/S
Als deze optie aan staat dan zal WHDLoad niet
proberen om toegang te zoeken op het Internet om een update
controle te doen voor de gebruikte Slave en WHDLoad zelf.
NoReq/S
Deze optie kan alleen gebruikt worden wanneer WHDLoad
is gestart vanaf de commandoregel (CLI/Shell). Gestart vanaf de Workbench heeft het geen effect.
De optie forceert WHDLoad om geen keuzevensters te laten zien maar laat inplaats hier van
de uitvoer berichten in het commando venster zien, van waaruit WHDLoad was gestart.
NoResInt/S
Deze optie schakelt alle interrupts uit
gedurende het uitvoeren van de resload functies. Normaal worden interrupts toegestaan
wanneer resload functies worden uitgevoerd. Interrupts kunnen een geluid afspelen, scherm
updates uitvoeren of ander belangrijk werk doen. Uitschakelen kan zorgen voor geluid/beeld vervorming
of algehele storingen.
Maar onjuist werkende interrupts kunnen interne WHDLoad data gebieden vernietigen, wat meestal
weer leid tot het vastlopen van WHDLoad en waarschijnlijk ook het vastlopen van het hele besturingssysteem.
Deze optie kan gebruikt worden om te controleren op zulke problemen.
Als een install zich vreemd gedraagt of WHDLoad vastloopt zonder deze optie, maar goed werkt
met deze optie, is de reden waarschijnlijk een interrupt probleem. In zulke gevallen
moet de install gerepareerd worden.
Vanaf WHDLoad versie 17.0 tijdens het betreden van een resload functie dan zal de blitter gecontroleerd
worden of deze actief is. Zo ja dan zal WHDLoad stoppen en dit aangeven.
NoVBRMove/S
Standaard verplaatst WHDLoad de vector tabel
met de VBR (Vector base Register) naar een andere geheugen locatie.
Dit heeft het voordeel dat het geïnstalleerde programma niet de vectortabel kan veranderen,
wat de beveiliging en stabiliteit vergroot van WHDLoad. Sommige geïnstalleerde
programma's werken niet correct met een verplaatste Vectortabel.
De reden voor dit kan zijn dat het geïnstalleerde programma processor-exceptions of andere
vreemde dingen doet. In dat geval, moet deze optie ingesteld worden om WHDLoad te stoppen van het verplaatsen van de VectorBase.
Een andere eigenschap van de verplaatste VBR is dat WHDLoad kan controleren of het toetsenbord
elke keer een Autovector interrupt maakt. Met deze controle kan WHDLoad het geïnstalleerde
programma beëindigen onafhankelijk van het geïnstalleerde programma/slave als
QuitKey/S of
DebugKey/S is ingedrukt of om naar de monitor te gaan
de FreezeKey/S is ingedrukt.
De VBR verplaats eigenschap heeft tenminste een 68010 nodig om te kunnen werken. Op een 68000 heeft
deze optie geen effect, omdat er geen VBR is en de vector table altijd bij $0
begint en niet verplaatst kan worden. Op een 68000 ondersteund WHDLoad een aantal speciale
hardware (ACA500, Zeus) welke toestaan om de Autovector interrupt vectors
op een andere geheugen plaats te zetten, om de mogelijkheid te hebben om altijd de
QuitKey/S functie te kunnen gebruiken. Deze speciale hardware functies
zijn niet altijd gebruikt als deze optie aan staat.
NoWriteCache/S
Deze optie schakelt de disk schrijf
cache eigenschap van WHDLoad uit. Zonder deze optie zal WHDLoad proberen om alle
schrijf operaties in het geheugen te cachen en uitstellen tot het beëindigen van het programma
om onnodige omschakelingen naar het besturingssysteem te ontwijken.
NTSC/S
Wanneer geselecteerd zal WHDLoad een NTSC beeld (60Hz)
gebruiken voor het geïnstalleerde programma. Bij een PAL Amiga, moet de NTSC monitor driver
geïnstalleerd zijn in "DEVS:Monitors/
".
PAL/S
Wanneer geselecteerd zal WHDLoad een PAL beeld (50Hz)
gebruiken voor het geïnstalleerde programma. Bij een NTSC Amiga, moet de PAL monitor driver
geïnstalleerd zijn in "DEVS:Monitors/
".
Preload/S
Wanneer deze optie ingeschakeld is, zal WHDLoad
tijdens het starten, zoveel als mogelijk bestanden en diskimages in het geheugen laden. Als
gedurende voorladen het vrije geheugen niet voldoende is zal een bestands voorlading
stoppen. Er zullen dan alleen gedeelte van de bestanden voor geladen zijn.
Dit verhoogt de prestatie wanneer het geïnstalleerde programma draait,
omdat dit het omschakelen naar het besturingssysteem ontwijkt om data direct van de hardeschijf
te laden. Deze optie moet altijd ingeschakeld zijn.
PreloadSize/N
Deze optie vertelt WHDLoad
hoeveel data voor geladen moet worden. Het is alleen gebruikt om naar de Preload voortgangsbalk te berekenen.
Als het geïnstalleerde programma is gestart vanaf de Workbench zal WHDLoad
zelf deze optie instellen/updaten als ToolType na terugkeer naar het besturingssysteem.
De PreloadSize count is niet alleen de som van de bestandsgrote voor alle bestanden.
Proxy/K
Als deze optie gebruikt word kan er een HTTP-Proxy
gespecificeerd worden welke gebruikt word door WHDLoad om toegang tot het
Internet te krijgen. Dit heeft alleen zin als een directe verbinding niet mogelijk is
omdat WHDLoad alleen een eenvoudige en enkel HTTP-request doet. De syntaxis voor de
proxy specificatie is [user:password@]hostname[:port]. De hostname van de
proxy is verplicht. De port voor de proxy is optioneel en is standaard get zet op 80 als
deze niet gespecificeerd is. Als de proxy een toegangs wachtwoord en inlog naam nodig heeft
vul deze meteen in bij de proxy optie. WHDLoad ondersteund alleen de basis toegangs type met
wachtwoord en inlog naam.
QuitKey/K/N
zet de
rawkey code om het programma te stoppen, dit werkt alleen als; de VBR is
verplaatst door WHDLoad, de optie NoVBRMove/Sniet gebruikt is, de CPU
tenminste een 68010 is en de Slave het ondersteund.
ReadDelay/K/N
Deze optie specificeert de tijd
in 1/50 van een seconde dat WHDLoad zal wachten nadat het data heeft geladen van diskettes.
Het zal ook deze tijd wachten nadat Preload/S klaar is.
Dit lost de problemen op met apparaten (bijv. CD-spelers)
welke iets willen doen na het lezen (bijv. de motor uitzetten).
RestartKey/K/N
Met deze optie kunt u
een rawkey code opstellen. Wanneer ingedrukt zal
WHDLoad het geïnstalleerde programma herstarten.
SaveDir/K
Deze optie specificeert de sub directory
voor de schrijf operaties van het geïnstalleerde programma in samenwerking met de
SavePath/K optie. Het is ook nodig om het expliciet in te stellen
in plaat van WHDLoad te laten vaststellen of u verschillende versies van een spel heeft geïnstalleerd
welke dezelfde Slave gebruiken maar niet werkende save bestanden heeft.
Het kan ook handig zijn als de Slave niet de naam bevat van het spel en het bestands naam
van de Slave niet is zoals u het wilt hebben als de naam van de save directory.
SavePath/K
Deze optie forceert WHDLoad om
alle schrijf operaties door te sturen van het geïnstalleerde programma naar verschillende
locaties op de diskette. Deze optie specificeert de hoofddirectory voor alle geïnstalleerde programma's.
Elk geïnstalleerde programma zal zijn eigen sub directory daarin hebben. De sub directory wordt
aangemaakt door WHDLoad als die niet bestaat (gedurende de eerste schrijf operatie).
De naam van de sub directory kan gespecificeerd worden met de
SaveDir/K optie. Wanneer deze niet is ingesteld dan word deze vastgesteld door WHDLoad
vanuit de info van de Slave (ws_name of de Slave bestandsnaam).
Intern word deze save directory behandeld als een extra Data directory.
ShowRegs/K
Deze optie is alleen handig
in samenwerking met de optie Expert/S. Met deze optie
kan het programma gespecificeerd worden welke gebruikt word door WHDLoad
om het register dump te laten zien als de Show Regs knop wordt ingedrukt tijdens
een keuzefoutmeldingsvenster van WHDLoad.
WHDLoad zal de bestandsnaam van de tijdelijk weggeschreven bestand toevoegen aan
de gespecificeerde commando tekenreeks (momenteel T:.whdl_register).
Slave
De naam van de Slave welke gebruikt dient
te worden door WHDLoad. De Slave bevat de interface code welke nodig is voor
communicatie tussen het geïnstalleerde programma en WHDLoad.
Snoop/S, SnoopAGA/S, SnoopECS/S, SnoopOCS/S
Deze optie schakelt de Cia/Custom register snoop in van WHDLoad.
SplashDelay/K/N
Deze optie specificeert
de tijd in 1/50 seconden dat WHDLoad de informatie venster laat zien tijdens het opstarten.
Als SplashDelay/K/N lager is dan ReadDelay/K/N word het genegeerd
en het venster wordt getoond met de tijd van ReadDelay/K/N.
Het venster is getoond tenminste zolang Preload/S werkt.
Als de optie is ingesteld op 0 word er helemaal geen venster getoond. Als de optie gezet is als -1
word er een extra knop toegevoegd aan het venster en blijft open tot dat er op deze knop gedrukt word.
Het "splash" venster kan ook met de; Spatie, Return, Enter of
vuur knop van joystick in port1 gesloten worden. Als er op de Esc toets word gedrukt
zal WHDload stoppen Preload/S en onmiddellijk eindigen. Zie ook ConfigDelay/K/N.
StoreBuffer/S
Deze opties schakelt de Store Buffer in
van de 68060. Op andere processors heeft het geen effect.
De optie heeft ook geen effect als NoCache/S is ingeschakeld.
SuperScalar/S
Deze optie schakelt mogelijkheid in op
de 68060 om meerdere instructies uit te voeren per machine cyclus. Op andere
processor types heeft het geen effect.
Deze optie heeft ook geen effect als NoCache/S is ingeschakeld.
TimeOut/K/N
Wanneer ingeschakeld laat het WHDLoad en het
geïnstalleerde programma stoppen na een specifieke tijd.
Om deze optie te gebruiken moet de optie NoVBRMove/S niet gebruikt zijn
en het geïnstalleerde programma moet niet de ciaa.ciatod
timer wijzigen.
De tijd na het stoppen is gespecificeerd in 1/50 van een seconde.
Om die tijd te meten voor een demo of spel zet u de optie
Expert/S aan en schakelt u DebugKey/K/N in, wanneer
het punt is bereikt wanneer u het programma wilt stoppen, druk de debug toets.
Kijk nu in het gecreëerde .whdl_register bestand en zoek de
ciaa-event
waarde. Als uw Stroom Voorziening frequentie 50 Hz is dan is dat de waarde die
u moet instellen met TimeOut/K/N. Als de frequentie 60 Hz is moet u de waarde vermenigvuldigen
met 5/6.
WriteDelay/K/N
Deze optie specificeert de tijd in
1/50 seconden dat WHDLoad zal wachten na het fysiek schrijven naar een diskette.
Het heeft effect op alle resload_Save#?
functies en de FileLog/S eigenschap. Dit klopt omdat
bestandssystemen meestal niet data direct naar diskettes schrijven. Het duurt
soms even (1..3 sec) tot alle structuren van het bestandssysteem succesvol
zijn geüpdate. De standaard waarde van WriteDelay is 150 welke WHDLoad 3 seconde
laat wachten na elk schrijven naar de hardeschijf. U kunt deze waarde naar 0
zetten, maar dan moet u nooit stoppen via een reset vanaf het geïnstalleerde
programma omdat bewaarde data misschien niet goed weggeschreven is naar de diskette.
[Main]
[Docs]
[Installs]
[Search]
[Team]
[Guestbook]
[Links]